Onderzoek: actieve internetgebruikers beoordelen hun psychologisch welzijn positiever dan niet-gebruikers

2,4 miljoen mensen uit 168 landen bestudeerd

De wetenschap is verdeeld over de impact van online technologieën op het welzijn van de gebruikers, ondanks de vele onderzoeken op dit gebied. Ook beperkt onderzoek zich vaak tot landen op het noordelijk halfrond en is er weinig onderzoek gericht op welzijn gedurende een gehele levensloop, omdat het debat over de impact van online technologie zich vooral richt op jongeren. “Bijzonder aan dit onderzoek is dat we als één van de eersten zo’n 2,4 miljoen mensen vanaf 15 jaar, uit 168 landen hebben bestudeerd gedurende de periode van 2006 tot 2021. We wilden vaststellen of er verschillen waren in het welzijn van mensen zonder toegang tot internet en actieve internetgebruikers wereldwijd,” aldus onderzoeker Matti Vuorre van Tilburg University. 

Het onderzoek toont aan dat mensen met toegang tot (mobiel) internet en actieve internet-gebruikers gemiddeld een hogere levenstevredenheid, meer positieve ervaringen, minder negatieve ervaringen en een verhoogd sociaal en fysiek welzijn rapporteren in vergelijking met mensen zonder internettoegang. Analyses zijn op tienduizenden verschillende manieren uitgevoerd, om te onderzoeken of er andere verklaringen zouden kunnen zijn voor deze verschillen in welzijn, zoals bijvoorbeeld niveau van inkomen, opleiding, leeftijd of geslacht. “Van de bijna 34.000 alternatieven waren 84,9% van de associaties positief en slechts 0,4% negatief. Dat betekent dat internetgebruikers niet per se positiever zijn over hun welzijn omdat ze bijvoorbeeld een hoger inkomen hebben dan niet-gebruikers. Desalniettemin is er meer onderzoek nodig om te bepalen of het gebruik van het internet een causaal effect heeft op het welzijn,” aldus Vuorre.

Jonge vrouwelijke internetgebruikers rapporteren lager welzijn 

Het onderzoek laat één uitzondering zien: jonge vrouwen (15-24 jaar) die actief gebruik maken van internet beoordelen het welzijn binnen een gemeenschap minder hoog. “Dit betekent dat het mogelijk is dat deze jonge vrouwen minder geneigd zijn om hun woonplaats leuk te vinden en zich hier veilig te voelen. Dit inzicht kan verband houden met ander onderzoek naar bijvoorbeeld cyberpesten”, zo stelt de onderzoeker. “De bevindingen van dit onderzoek gaan in tegen prominente verhalen over wijdverbreide schade die gepaard gaat met een toegenomen betrokkenheid bij bijvoorbeeld smartphones en sociale media. De inzichten zijn belangrijk bij het maken van beleidsafwegingen en aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van internettechnologie”.